donderdag 22 september 2016

Vakantieberichten 9, Van Popa Falls naar Nambwa lodge….. of toch maar Katima Mullilo

We staan niet al te vroeg op. Vandaag is geen lange reisdag. Relaxed. Er komt een meisje, Melanie (?) van de receptie langs. We hadden zelf al ontdekt dat er geen water in het toiletblok is. De toiletten spoelen niet meer door, en er komt geen water meer uit de kraan. De druk is weggevallen meldt ze ons. Ze werken er aan (It has the attention of the management grinniken wij naar elkaar), ze zal ons laten weten wanneer het werkt. Na een half uur meldt ze dat het nog wel even zal gaan duren, ze weet niet precies hoe lang. Ze biedt ons aan om in een chalet bij de rivier te douchen, omdat ze dit blijkbaar slechte service vindt. Nou dat willen we wel, super service vinden we dit! En we vonden al dat de toiletblokken er hier prachtig uitzagen. We vragen haar of er soms pas gerenoveerd is,  zo nieuw ziet het er uit. “Nee, nee”, zegt ze. Deze blokken zijn zo’n vier jaar geleden opgeknapt. Zij is verantwoordelijk voor de schoonmaak. We complimenteren haar met de schoonmaak. Ze glimt van genoegen, en meldt dan ook dat het er misschien wel schoner is dan bij haar thuis. Ze legt er duidelijk eer mee in, met haar werk. Ze komt ons even later ophalen om ons naar het betreffende huisje te brengen. “Ladies first” zegt ze tegen Guido en Joep….en natuurlijk laten Jacqueline en ik ons dat best aanleunen ;-) In een prachtige douche kunnen we vervolgens lekker douchen. Topservice van Melanie en de NWR! We laten een groot compliment achter in het gastenboek. Zulke service hebben we nog nooit op een campsite meegemaakt.

We vertrekken, nadat we bij de poort afscheid hebben genomen van Mr. 90%. We wensen hem aan het eind van de dag 100% toe, en een brede glimlach en duim omhoog is het resultaat.
Tot nu toe hebben Joep en ik voorop gereden. Guido en Jacqueline rijden vandaag voorp. Hun auto trekt wat minder goed dan de onze. Er is iets met hun brandstoffilter. Iedere dag moeten ze hem even oppompen, en dan wil hij wel weer trekken. Maar als Guido dat onvoldoende doet wil de camper niet harder dan 60. Stoppen en oppompen is het devies dan, en dan gaat het beestje alsnog. Maar vandaag rijden zij voorop. En zowaar de camper heeft er zin in. Joep en ik zeggen tegen elkaar dat we ze vaker voorop moeten laten rijden….. en Guido en Jacqueline zeggen tegen elkaar; “Goh, hij trekt goed vandaag zeg…. Zou het het laatste kunstje van de oude man zijn?” “Famous last words blijkt later. Wij zien dat er grote zwrte wolken uit hun uitlaat komen. “Dat is niet goed”, zeg ik tegen Joep en ik haal ze in. We seinen naar ze dat ze bij de eerstvolgende picknickplaats moeten stoppen.  Zover komt het niet eens. Zodra wij hen voorbij zijn komen er grote zwarte wolken uit de motorkap, een geratel en moet Guido de camper aan de kant van de weg zetten. Wij rijden terug om te kijken wat er aan de hand is. Panne, dat is duidelijk. Als Guido de motor opnieuw probeert te starten komt er zwarte rook en een hoop gehoest en geproest uit de motor.  Maar aanslaan doet de motor niet. We besluiten ze in ieder geval naar de picknickplaats te slepen, want zo vlak langs de kant van de weg is niks. Te gevaarlijk met het verkeer dat af en toe voorbij raast.

Het slepen is nog best een gedoe. De kabel blijkt niet lekker te passen, en er zit alleen een sleepoog aan de voorkant van de campers. Het lukt uiteindelijk gelukkig toch om de camper van Guido en Jacqueline verder te slepen. Intussen zoeken we het telefoonnummer van Bobocampers. Hier moet hulp bij komen. Telefoonnummer gevonden…. Mobiel ter hand….geen bereik…..
Daar staan we dan in de middel van Nergenshuizen……. Al het verkeer rijdt door. En dat snap je ook. Overal staat dat je niet moet stoppen voor mensen met pech, al staat het hier niet zo expliciet als in Zuid-Afrika vorig jaar. Ik ben zo blij dat ik twee dagen voordat we op vakantie gingen nog snel een satelliet telefoon heb geregeld. De rest van ons reisgezelschap vond het wat overdreven, maar ik vond het toch wel een geruststellende gedachte. Je weet maar nooit wat je overkomt, en stel dat er iets met familie zou gebeuren in Nederland en wij toevallig in een afgelegen gebied zouden zitten. Dan is het toch fijn als je bereikbaar bent, en in geval van nood bij ons dat je kunt bellen. Dat blijkt nu maar weer.

Ik bel met Zane van Bobo. Hij vraagt of ik kan beschrijven wat er aan de hand is.  Ik vertel wat er gebeurd is, en hij vraagt ons of wij de andere camper kunnen slepen. Dan zal hij proberen contact te leggen met een garage. Joep en Guido knopen de twee trekkabels aan elkaar, zodat er een wat grotere afstand tussen de twee auto’s zit. Omdat de auto van Guido en Jacq het niet meer doet, alleen op contact kan, is remmen en sturen veel zwaarder en met vertraging. We zullen dus ook niet harder dan 60-70 km per uur kunnen rijden. Zodra we dat gefikst hebben bel ik Zane nog een keer. Hij heeft inmiddels een garage te pakken gekregen, ene Eddy van xxxxx car repair uit Katima Mullilo. Ik vraag hem om de naam nog eens te herhalen. Ik versta tot drie keer toe niet hoe de car repair heet, maar in ieder geval is het Eddy zal komen. En of wij hem tegemoet kunnen rijden, want dat scheelt alvast in tijd. Dat zullen we doen. Inmiddels zijn er een stuk of vier kinderen bij onze campers komen staan, en een oude vrouw. Ze spreken geen woord Engels, maar weten ons wel duidelijk te maken dat ze honger hebben. Guido en Jacq geven ze een zak met gedroogd fruit, waar gelijk een ruzie over uit breekt. Er moet eerlijk gedeeld worden, en dat zal de oudste gaan doen. Wij vertrekken richting Kongola.

In Kongola komen we na ongeveer een uur rijden aan, we stoppen bij het benzinestation. Ingespannen rijden is het voor Joep en Guido. Niet fijn. We rijden met beide auto;s het terrein van het tankstation op. Ik bel Zane nog maar weer eens een keer, deze keer met de mobiele telefoon. Hij meldt dat Eddy onderweg is, maar dat hij een lekke band heeft gehad. Ik voel Murphy’s hand hier ;-). Wij zetten onze stoeltjes buiten. Tijd voor een lightbiertje of een frisje. We zitten net als er een personenauto naast ons stopt. “Can I ask you something”, horen we met een Nederlands accent. “Ja hoor” zeggen wij. Het blijkt een Nederlands gezin te zijn die op weg zijn naar een lodge in Linyanti. Maar ze kunnen de weg niet goed vinden. Ze hebben wel een TomTom (maar de dekking van Tom Tom is maar 40% in Namibie) en een printje van Googlemaps. Euhhh? Pardon? Wij hebben wel een kaart. Dus we kunnen ze helpen. Echt heel bizar wat mij betreft. Je gaat toch niet alleen met je TomTom en een papieren printje op stap,  vertrouwend op moderne techniek in een land waar de techniek echt niet zover is als bij ons. Zelfs in Europa wil ik graag een kaart mee, om te zien waar je bent en waar je heen gaat. Zij dus niet, en zo weten zij dus ook niet dat Linyanti een Namibische en Botswaanse kant kent. En zij moeten in Botswana zijn, en dus de rivier over verderop bij Ngoma. Niet handig wat zij doen. Maar gelukkig voor hen hebben wij een kaart en kunnen we hen verder op weg helpen.

We houden onze ogen op de weg gericht of we een kleine opleggertruck zien komen, maar we zien nog niks. Onze Europese beelden…. We zien op een gegeven moment een beige Toyota pickup met een traileraanhanger afslaan richting benzinestation. Hij stopt vlakbij ons. Geen grote bedrijfslogo’s…. geen zwaailicht oid. Uit de pickup stapt een blanke man….Eddy! Blij lopen we hem tegemoet… “You must be Eddy” zeggen we. “We are so happy to see you”. Eddy geeft ons allen een hand en gaat dat kijken wat er aan de hand is met de camper. Al snel is het duidelijk dat daar geen leven meer in te krijgen is. De camper zal op de trailer moeten. Maar Eddy dacht de camper nog wel kon rijden, en heeft zijn lier niet mee genomen. Op de startmotor weet hij uiteindelijk de camper, met n de laatste fase wat duwwerk van ons, op de aanhanger te krijgen. En zo rijden we dan in colonne naar Katima Mullilo, 100 kilometer verder op. Jacq in de camper op de trailer, Guido naar Eddy en Joep en ik in onze eigen camper er achter aan in een vaartje van een kilometer of 60-70.




Na zonsondergang komen we aan in Katima Mulillo. Het is nog schemerig licht. Eddy vraagt wat we willen. Een hotel of een B&B? We kijken alle vier wat ongelukkig. Guido en Jacq zeggen dat al hun spullen in de camper liggen… Eddy zegt dat hij ons ook naar een camping kan brengen verderop in het dorp. Ook de kapotte camper kan hij er naar toe verslepen. Dan hebben Guido en Jacq al hun spullen bij de hand. De volgende ochtend kan hij dan de camper komen halen om een analyse van het probleem te kunnen maken, en door te kunnen geven aan Bobo. Zo gaan we het doen besluiten we. De camper wordt versleept naar een camping aan de Zambezi. We eten iets makkelijks en gaan moe van al deze gebeurtenissen vroeg naar bed. Zo wordt de vakantie avontuurlijk op een manier die we niet hadden bedacht!

woensdag 21 september 2016

Vakantieberichten 8; van Rundu naar Popa Falls

Vandaag rijden we verder de Caprivi strip in. Dit rare vingervormige uitsteeksel van Namibie is een overblijfsel uit koloniale tijd. De Caprivistrook dankt haar naam aan de Duitse rijkskanselier generaal graaf Leo von Caprivi. De strook werd aan de voormalige Duitse kolonie Duits-Zuidwest-Afrika toegevoegd op 1 juli 1890 na onderhandelingen met Engeland over Zanzibar, Helgoland en delen van Beetsjoeanaland, het huidige Botswana. Het verdrag dat werd gesloten is het zogeheten Zanzibarverdrag. Duitsland wilde met de Caprivistrook een verbinding creëren met Duits-Oost-Afrika (het huidige Tanzania), haar andere kolonie in Afrika. Voordat dit plan verder kon worden uitgewerkt, werd het onmogelijk door de activiteiten van Cecil Rhodes in het huidige Zimbabwe. In de tijd dat Namibie door Zuid-Afrika bezet was, tussen 1960 en 1990 was het gebied afgesloten. In 1990 voerde de bewoners van deze regio een korte vrijheidsstrijd om zich af te scheiden van Namibie. Dat mislukte. Tegenwoordig heet het gebied de Zambezi regio, zo wil de Namibische overheid de Duitse koloniale tijd doen vergeten.

De reis gaat voorspoedig. We komen mooi op tijd aan in Popa Falls. Bij de poort maken we een praatje met de poortwachter. Bijna iedereen vraagt hier hoe het met je gaat. Dan is het de bedoeling dat je antwoord en dan vervolgens ook naar de gesteldheid van de andere partij vraagt. Wij doen dat braaf altijd. Deze man vraagt of we een beetje gelukkig zijn, of onze dag goed is. Wij zijn best tevreden, maar hij zit op 90% zegt hij. 100% blij of tevreden kan hij nog niet zijn zegt hij. Zijn dienst en zijn dag zit er nog niet op, dus dan moet je wel ruimte over houden om op de 100% uit te komen. Tja, met dat soort levenswijsheden wordt je zo maar geconfronteerd bij de ingang van een camping. Dat is ook Afrika.




We besluiten ’s middags een tochtje op de Okavango. We worden eerst met een jeep naar een ander punt gereden, om daar op de boot te stappen. De rivier staat niet zo hoog en dan is het lastig om bij het opstappunt bij de camping te komen. Vandaar dat we iets verder stroomafwaarts beginnen. Vlakbij ons opstappunt een paar kinderen in een mokoro. Mooi om te zien dat het varen in de smalle kano’s hier al jong begint. Ze vissen op kleine visjes met een zelf geknutselde fuik, een kapot geknipte plastic fles waar ze de hals dan omgekeerd in zetten.  Een beetje aas in de bodem en dan zwemmen de visjes naar binnen maar kunnen er niet meer uit. Dat zijn dan wel heel erg kleine visjes! Dan zal de visotter die we verderop zien toch wel grotere vissen vangen is onze verwachting.
De tocht voert ons langs nijlpaarden, aalscholvers, bonte ijsvogels, krokodillen, jacana’s. En langs prachtige lodges, waarvan de gids ons weet te vertellen dat er één (de grootste en meest luxe) van een Nederlandse eigenaar is. Die heeft er een soort beauty resort gemaakt. Niet verkeerd deze plek. Maar wat een verschil met de huizen en hutjes van de Namibische bevolking.  




Na ca. 2 uur varen moeten we terug.  Eerst nog langs de Popa Falls, geen echt grote waterval. Maar toch leuk om te zien. Kunnen we alvast een beetje te smaak te pakken krijgen voorde trip naar de Victoria Watervallen die we later no g willen gaan doen. Onze gids krijgt telefoon van het hoofdkwartier. De jeep die ons heeft gebracht naar de steiger heeft ergens anders panne gekregen. Hij zal ons door de stroomversnellingen moeten varen. Hij kijkt er wat zenuwachtig bij, want er zitten scherpe rotsen in het water. Hij heeft wel vaker gedaan zegt hij maar niet vaak met zulk laag water. De eerste keer dreigt hij ons vast te varen, en laar hij de boot weer terug zakken op de stroming. We zitten allemaal wel enigszins gespannen mee te kijken. Het is een kwestie van goed manoeuvreren. Bij de volgende poging lukt het hem, een combinatie van flink veel gas, de juiste hoek en op tijd bij sturen. Daar verdient hij een flinke fooi mee.




Wij besluiten nog even bij de Jetty bar een drankje te nuttigen, en naar de halve finale van de Olympische hockeyfinale van de Nederlandse vrouwen. Pikken we ook nog even mee dat een paar schaarbekken langs komt vliegen, over het water scherend. Prachtig! We koken en gaan dan naar bed.

Een MOOC volgen

Met een groep van ongeveer 10-15 medewerkers van Kennemerwaard zijn we vorige week gestart met een MOOC (Leading from the emerging future) van Massachussets Institute of Technoly (MIT). Ik ben benieuwd wat het ons gaat opleveren, en hoeveel medewerkers uiteindelijk de MOOC tot een 'goed' eind zullen brengen.

Even in het kort waarom we het doen. We hebben in de voorbereiding voor ons meerjarenbeleidsplan gesproken over een viertal scenario's waarmee de bibliotheek te maken heeft. 1. Consolideren, 2. Verbeteren, 3. Inspireren, 4. Transformeren. We zijn tot de conclusie gekomen bij de bespreking van ons meerjarenbeleidsplan dat we alle vier de scenario's zullen uitvoeren, omdat je naar ons idee namelijk niet zo maar je bewezen dienstverlening over boord moet zetten, maar dat je vanuit je oude kracht moet bouwen aan nieuwe diensten en ideeën. Het laatste scenario, transformeren is gelijk ook het spannendst. We hebben gezegd dat we daar mee proef gaan draaien. Op een andere manier met de bibliotheek om gaan, meer naar buiten, meer vanuit de gemeenschap laten komen wat de bibliotheek voor hen kan betekenen en omgekeerd.

We hopen van deze MOOC dat die ons een stuk op weg kan brengen in de zoektocht die we al gestart zijn zoals met projecten Stadsambassade en ook spinoffs als de leeskringen voor beginners vanuit Lezen in de keuken.  Het volgen van deze MOOC doen onze medewerkers, en ik zelf dus ook, waar het kan in werktijd, maar waar dat niet kan in vrije tijd, waarvoor dan geen overwerk kan worden geschreven. Investeren in jezelf. Best pittig! Want het kost tijd.

De cursus probeert een wereldwijde beweging in te zetten van positieve verandering. Daar hebben ze een theorie over, en dat vertalen ze naar de praktijk door rondom de cursus verschillende HUB's wereldwijd te faciliteren. Kun je door meer open te staan voor anderen, een open geest, open hart en open wil niet veel beter verandering veroorzaken? Door nieuwsgierig te zijn, compassie te hebben en door moed te tonen om dingen anders te doen. Het is dus niet alleen een zoektocht voor onze organisatie, maar ook vooral voor de individuele medewerkers die onze organisatie maken tot wat hij is, en wat hij kan worden. Individueel leiderschap van iedereen.

Voor mij is dan dus de vraag wat mijn rol dan is als directeur in deze verandering? Moet ik het trekken, loslaten, faciliteren, aanjagen....? Een mooie reis om samen te doen, en voor mij zelf om na te denken over mijn rol in onze geweldige organisatie.

Ik zal af en toe een blog plaatsen over mijn bevindingen... leuk en niet leuk... confrontatie met mezelf en met mijn medecursisten......

dinsdag 20 september 2016

Vakantieberichten 7; op weg naar Rundu

Vanochtend vroeg op. Alles klaar maken voor vertrek zodat als we terug zijn van de gamedrive we gelijk op pad kunnen om naar Rundu te rijden.  We beginnen in de schemering te rijden. Onze gids blijkt al snel niet helemaal zo geïnteresseerd te zijn als de vorige die we hadden in Okaukuejo, al heet hij ook Gabriel.  Maar niet getreurd, hij weet genoeg en wil ook wel stoppen als hij of wij iets zien. Al snel spotten we weer het nodige aan wild. Onder andere een jakhals, een beetje voddig exemplaar. Volgens Gabriel is hij waarschijnlijk ziet, misschien wel hondsdol. Gelukkig zitten wij hoog en droog in de jeep. Gabriel rijdt ons langs de ‘dikdik route’. Deze route heet waarschijnlijk niet voor niets zo, de kleinste antilopen van Afrika komen hier veel voor. Maar je moet ze natuurlijk wel zien dan. En daar hebben we geluk mee. Meerdere keren zien we de kleine antilopen langs de kant van de weg in de bush staan. Zulke mooie kleine beestjes, met een grappig beweeglijk snuitje.
Damara dikdik

Damara dikdik

Close-up Damara dikdik


Dichtbij de camping ziet Guido ineens een gevlekte hyena verscholen tussen de struiken. Volgens onze gids zit dichtbij een groot hol van de hyena’s en zal dit exemplaar wel een beetje buiten de wacht houden. Ik vind het fascinerende dieren. Ze worden over het algemeen verguisd als aaseters, maar in de praktijk jagen ze ook veel zelf. Het zijn echte lange afstand beulen, als ze met een groep de achtervolging in zetten is er weinig dat ze niet kunnen vangen. Ze hebben wel zo’n typische loop over zich, sluiperig, gluiperig. Maar ja, dat zijn menselijke toevoegingen, waarschijnlijk kunnen ze door hun lichaamsbouw niet anders ;-) ik vind ze afstotelijk en toch ook krachtig mooi.
Gevlekte hyena


Na de gamedrive snel in de campers gestapt en op naar N’Kwazi Lodge bij Rundu. Op weg naar buiten pikken no mooi even een zwarte neushoorn mee die staat te grazen net buiten de camping. En net buiten Etosha een prachtige Marshall arend. Wat een magnifiek dier. Arrogantie ten top zoals hij er zit op een electriciteitspaal.  Van zijn kop tot zijn staartveren straalt hij uit: “Wie doet me wat?”, en “Wat zijn jullie voor wormen daar ergens onder mij?”
Vechtarend

Vechtarend



















Zo aan het eind van de middag, na enig speurwerk vinden we het paradijsje aan de Kavango, N’Kwazi lodge. Prachtig geleden campsite en chalets aan de rivier die Namibie scheidt van Angola. Aan de overkant ligt dit land dat zo lang in oorlog is geweest. Waar het heel erg moeilijk binnenkomen is. Maar onze lodge biedt korte tripjes naar de overkant van de rivier aan, waarbij je een bordje omhoog kunt houden dat je illegaal in Angola bent. Die belevenis laten wij dan toch maar aan ons voorbij gaan.  We zien de zon prachtig op zijn Afrikaans onder gaan. Een dieprode bal die met flinke snelheid achter de horizon verdwijnt.
Angolezen wassen in de Kavango



We besluiten vanavond in het restaurant van de camping te eten.  De eigenaars houden er een half-tamme genetkat op na. Die wordt elke avond rond etenstijd gevoerd, dan hebben de gasten ook iets te kijken. O wat een mooi beest is dit ook weer!  Beetje marterachtige kop, prachtig slank kattenlijf.

In het restaurant zit een grote groep vogelaars te eten. Ze hebben een lijst voor zich liggen, die gaan ze pagina voor pagina door, en bespreken met elkaar welke vogels ze hebben gezien en welke ze dus af kunnen vinken van de lijst. Zucht…. Niet helemaal ons ding… zeker niet als we horen dat er ook punten worden geteld, en dat je ook punten krijgt als je een vogel hebt gehoord, maar niet hebt gezien. Ieder zo zijn hobby zal ik maar zeggen ;-)

Joep knoopt een praatje aan met het meisje dat ons vanmiddag naar de kampeerplek wees. Vanavond zit ze in de bediening bij het buffet.  Hij vraagt haar of zij en het overig personeel ook eten op de lodge, en of zij mogen eten wat er aan groente en vlees over gebleven is. Dat is niet het geval zegt ze, als zou het haar lekker lijken. Als Joep haar vraagt wat ze dan eet, is het antwoord maïspap.  Als dat echt zo is, vind ik het voeren van de genetkat een cynische daad. Het bedienend, zwarte personeel krijgt niet de restjes, maar elke avond wordt wel een genetkat gevoerd met stukjes vlees!

Joep vraagt haar vervolgens of ze vlakbij woont. Ze woont in het dorp wat iets verder op ligt, om precies te zijn 8 kilometer verder op. Nadat haar werk is afgelopen, dat is om 10 uur ’s avonds, loopt ze terug naar huis. In het aardedonker. Een fiets heeft ze niet , ze kan het ook niet, en op de zandwegen is een fiets ook niet echt handig. De volgende ochtend moet ze voor he ontbijt weer op haar werk zijn, dat ontbijt begint om 7 uur! De afstand overbruggen kost haar ongeveer 1,5 uur. We kunnen er niet over uit, dit neigt toch echt naar een soort slavernij, al is het meisje duidelijk ook wel blij met haar baan.  Iedereen van ons heeft er moeite mee, we realiseren ons ook dat de verhoudingen tussen werkgever en werknemer in Namibië (en later Botswana) echt heel anders zijn dan bij ons. Ik vind het lastig om er niet over te oordelen, toch ken ik de omstandigheden onvoldoende. Maar het voelt wel erg ongelijk en oneerlijk.

zondag 18 september 2016

Vakantieberichten 6, Etosha 3

We rijden vandaag met onze eigen auto’s een route door Etosha. We kiezen voor een route langs de zoutpannen. Gelijk buiten het hek van de camping een prachtige geeltoksnavel. Ook zo’n bijzondere vogel om te zien. Er zijn in Namibië vier verschillende soorten. Benieuwd of we ze allemaal gaan zien.
geeltoksnavel

Grijstoksnavel

Er rijden grote vrachtwagens af en aan op een bepaald stuk van de route. Niet echt een pretje om in hun stofwolken te moeten rijden. Even later zien we waarom de grote vrachtwagens rond rijden. Er wordt aan een gravel road gewerkt. Er liggen grote bulten met stenen langs de weg. Die worden door een wals verderop tot gruis verpulverd. We moeten om de bulten heen manoeuvreren en zelf diep de berm in als er een groot monster van een wegwerkmachine aan komt gerold. Aan de kant!

Wat me opvalt tijdens de drie dagen die we in Etosha is het stof. ’s Ochtends als je start met rijden is de lucht nog redelijk helder. Maar door al het verkeer dat er in de loop van de dag over de droge, stoffige wegen rijdt en heel veel wit stof op doet waaien, ontstaat er een bijzonder soort heiigheid. Op iets grotere hoogte hangt er een wittige band in de lucht. Ik denk dat het stof is dat in de loop van de nacht weer neer slaat, maar overdag de zon heel licht filtert.
zadeljakhalzen



Langs de zoutvlakte zien we een paartje zadeljakhalzen. Prachtig dieren. Altijd onderweg, ze wandelen nooit, altijd een dribbeltje, een relaxed holletje.  “Always late for an appointment” zal één van onze gidsen tijdens onze reis zeggen. En ja zo ziet het er wel een beetje uit.
We stoppen bij verschillende waterholes. Bij één waterhole een grote kudde olifanten, elders een flink aantal struisvogels. We zien een giraf die water drinkt. Dat is een ongemakkelijke bezigheid zie aan het dier. Eerst heel veel om zich heen kijken of er niet een leeuw ergens in de bosjes ligt. Dan uiteindelijk de voorpoten uit elkaar zetten en voorover buigen. En toch af en toe zenuwachtig op kijken. Om uiteindelijk met een soort hupje de voorpoten weer bij elkaar te brengen en statig weg te schrijden.



Een prachtige roofvogel, waarschijnlijk een zanghavik, ergens op een tak, de elegante springbokjes die je hier overal ziet. We kijken onze ogen opnieuw weer uit. Het is echt genieten hier. In Etosha zitten geen gewone impala’s, alleen blackfaced impala’s. Ook fraaie dieren, die de “M” op hun billen missen. Toch denk ik dat ook deze dieren zullen dienen als de MacDonalds maaltijd voor de grote roofdieren hier in het park.
zanghavik



Van de twee campsites in Etosha vonden we Okaukuejo toch net iets leuker, die waterhole was een stuk aantrekkelijker dan die van Namutoni. Bij de laatste kwam naar ons gevoel minder wild. En je had niet zo’n goed zicht op de dieren omdat er behoorlijk wat riet groeide in een gedeelte van de plas. Daardoor zag je lang niet alle dieren goed, al hoorde je ze wel rondplassen in het water.Eenmaal terug in Namutoni koken we ons maaltje en gaan op tijd naar bed. Morgen wacht ons een reisdag, en daarvoor nog een ochtenddrive. 

woensdag 14 september 2016

Vakantieberichten 5, Etosha 2

De volgende dag vertrekken we naar Namutoni, langzaam door het park trekkend. We hadden willen tanken in Okaukuejo, maar bij de receptie werd ons gemeld dat er helaas geen diesel te krijgen is. “It has the attention of the management” wordt ons gemeld. Dat wordt een soort geuzenkreet tijdens deze vakantie, als er iets mis gaat., niet klopt roepen wij : “It has the attention of the management.” Zijn we blij dat we toch in Outjo onze tank nog hebben volgegooid. In Namutoni en Halali is er wel benzine te krijgen wordt ons verzekerd, en dat gaan we redden.  (Overigens hebben we gisteren aan het eind van de dag een grote tankauto zien binnen rijden, en ’s ochtends staat er een grote touringcar wel te tanken. We besluiten daar niet op te wachten en door te rijden in het park met een nagenoeg volle tank.)

Als er wild te zien is stoppen we even om foto’s te maken.  Onze route voert langs verschillende waterpoelen. We zien blackfaced impala’s, struisvogels, giraffen, springbokken. En dan… op één van de wegen staan er wel een stuk of vijf,zes auto’s aan de kant. Dan is er iets bijzonders te zien, dat weten we uit ervaring. We zetten de motor uit en wachten af……











De ongrijpbare, vaak onzichtbare luipaard komt langs lopen. Op twee meter vanaf onze camper. WAAAUUUWWW!!! De camera schiet aan één stuk door plaatjes. Wat een prachtig dier is dit. Heel krachtig, al is hij kleiner dan ik had gedacht. Eén en al samengebundelde kracht en elegantie straalt het dier uit. Achter onze camper steekt hij de weg over. Joep maakt aan zijn kant ook nog een paar prachtige foto’s. We kunnen er niet over uit. EEN LUIPAARD!!!! En dan nog zo dichtbij ook! Dat hadden wij echt niet gedacht. We zitten opnieuw helemaal vol verbazing en bijna zenuwachtig triomfantelijk te lachen en grinniken met elkaar. Als kinderen zo blij. (Ik hoop dat jullie aan de foto's kunnen zien dat de luipaard zich als een 'poes' gedraagt, kopjes geven aan de boom, om zijn territorium af te baken. Mooi gezicht... zo kijk je naar een groot exemplaar van onze eigen gedomesticeerde huistijgers... zelfde genen ;-)

Daarna zien we nog een grote kudde olifanten, giraffen, zebra’s. Bij de kudde olifanten ook een paar mannetjes die een robbertje territoriumdrift uitvechten of testosteron kwijt moeten. Opvallend dat de overige dieren bij de waterpoel een stapje verderop gaan. Je wilt ook niet in de weg van een paar vechtende dikhuiden staan, die een paar ton wegen!






We zijn dol op kleine olifantjes...zo koddig!

Verderop zien we gnoes met een paar secretarisvogels er tussen.  De gnoes moeten overigens overduidelijk helemaal niets van de activiteiten van de secretarisvogels hebben. Als de vogels te dichtbij komen reageren ze geagiteerd en stormen ze meestal op de vogels af om ze weg te jagen. Ik zou denken dat gnoes best blij met deze vogels zouden kunnen zijn, secretarisvogels jagen op slangen, hagedissen en kleine knaagdieren. Vooral die eerste prooi lijkt me dat gnoes niet persé rouwig om zouden zijn als die gevangen worden. Maar goed, gnoes zien niet zo best en misschien herkennen ze de secretarisvogels wel niet als ‘friendly neighbours’;-) Ook met dit soort schouwspellen in de natuur zijn we blij ;-)  Bijzonder om dieren in hun natuurlijke habitat te zien, met natuurlijk gedrag. Tegen het eind van de middag komen we aan in Namutoni, en boeken we bij de receptie een ochtend gamedrive.
secretarisvogel op jacht tussen de gnoes

secretarisvogel


We zijn aan het koken als de man van receptie bij onze campers komt. Hij vraagt naar mij. Ik vraag wat er aan de hand is. “U heeft mijn pen meegenomen mevrouw”, zegt hij. “Hè?” denk ik?  Nee hoor, wil ik al protesteren. Echt niet. Begint hij te grinniken. Het blijkt dat de jeep die ons morgenochtend zou moeten rondrijden tijdens de morningdrive niet terug is gekomen van de invalbeurt die hij bij een andere drive moest doen. Er zijn dus niet genoeg jeeps beschikbaar. We kunnen wel de dag er na mee, met voorrang. We overleggen even, want dat is ook een reisdag.  We besluiten toch de ochtenddrive te doen, de afstand naar Rundu moet goed te overbruggen zijn omdat het allemaal asfalt is.  (Is het al de tweede keer dat een medewerker van NWR mij probeert voor de gek te houden, heb ik soms een sticker op mijn voorhoofd “Plaag mij”? ;-)