zondag 30 juni 2013

100 talenten bibliotheek in Queens Library, New York

Queens Library werd in 2009 uitgeroepen door Library Journal tot 'Library of the Year'. Ze wonnen de prestigieuze prijs omdat ze ook in tijden van bezuinigingen hun programma's blijven zien als basis service, en niet als toegevoegd aan de basis door middel van extra fondsen. Zo worden in de V.S. namelijk veel van de extra programma's van de bibliotheek gefinancierd. Door middel van externe fondsenwerving, niet uit de financiering door de overheid.

In 2011 opende Queens Library een 30 miljoen dollar kostende Children's Library Discovery Centerwww.queenslibrary.org/kids/discovery, een interactieve bibliotheek van meer dan 4000 vierkante meter. Daar kunnen kinderen spelenderwijs leren en actief betrokken worden bij de organisatie. De inzet van het programma is om kinderen in aanraking te brengen met diverse vormen van wetenschap. Naast heel veel proefopstellingen, voorbeeld van hoe dingen werken, worden er ook telkens kleine workshops gegeven. Die workshops laten ze verzorgen door studenten van hogescholen die studeren op het onderwerp dat aan de orde is. Toen wij er waren gaven twee studenten luchtvaarttechniek een zeer simpele doch doeltreffende uitleg over hoe een vliegtuig werkt. In ieder geval over hoe men in de luchtvaart gebruik maakt van bepaalde wetten in de natuur. Erg verhelderend ook voor ons ;-)

Wat me erg aansprak in deze aanpak, is het inzetten van studenten van vakopleidingen. Deze studenten krijgen een klein uren contract bij de bibliotheek, en moeten in die uren programma's opzetten, workshops verzorgen en kinderen geinteresseerd maken in wetenschap en techniek. Ik zie hier ook voor onze bibliotheken in Nederland, en Kennemerwaard in het bijzonder met zijn 100 talenten, mooie toepassingsmogelijkheden. Als we met vakopleidingen goede afspraken kunnen maken, en een aantal van hun leerlingen bij ons voor inhoudelijke programma's kunnen laten zorgen, kunnen we zo een paar vliegen in één klap slaan. De belangstelling voor wetenschap vergroten, meer jongeren in de bibliotheek krijgen, leerlingen van vakonderwijs de kans geven om voor een aantal uren in de bibliotheek te komen werken, informatiefunctie van de bibliotheek op een innovatieve manier opnieuw invullen.

Ik ga in de zomermaanden maar eens uitzoeken welke vakopleidingen hier in de buurt zijn, en kijken of daar kansen liggen. En eens even overleggen met de specialisten van de 100 talenten of zij hier ook dezelfde mooie kansen zien liggen ;-)

woensdag 26 juni 2013

UNI, het project

Vorige week was ik in New York, om met een aantal collega's bibliotheken te bezoeken, en andere interessante projecten. Ik zal in een aantal blogs hier verslag van doen.

We begonnen onze bezoeken aan interessante projecten met een bezoek aan een leegstaand kantoorpand. Hier was de opslag van UNI  . UNI is een project gestart door een echtpaar dat na de bomaanslagen op 11 september iets anders met hun leven wilde gaan doen. Ze wilden iets gaan doen dat een verschil zou kunnen maken, en iets dat met leren en lezen te maken had. En ze bedachten het project UNI. Er is al door meer mensen over UNI geschreven, onder andere door mijn collega Ton de Kruyff.

Nog even in het kort dan waar UNI voor staat. Een soort pop-up bibliotheek, met snel in elkaar te zetten boekenkasten. Die worden ergens in de publieke ruimte neergezet.
De boeken die in de kast staan zijn om ter plekke te lezen, niet om te lenen. De initiatiefnemers willen dat lezen in het straatbeeld een normaal iets is. Ze vinden dat leren en lezen op straat te zien zou moeten zijn. Ze hechten aan het fysieke boek, er zijn dan ook geen tablets of iPads in het UNI project. Er gaat een ander soort gevoel uit van het lezen van een fysiek boek dan van een e-reader, een tablet of een pc. Los van het feit dat het project dan ook met electriciteit zou moeten worden uitgerust, wat het één en ander weer wat ingewikkelder zou maken.

Rond de boekenkast zetten ze een aantal bankjes neer. Zodat je je uitgenodigd voelt om te gaan zitten lezen. Er zijn vrijwilligers die voorleesactiviteiten of lesactiviteiten organiseren. Afhankelijk van wie zich voor die dag aanmeldt als vrijwilliger kan er voorgelezen worden, een natuurkunde les gegeven worden voor jonge kinderen, een tekenklas of iets anders. Het moet om de kwaliteit en de beleving gaan. Omdat het in de openlucht wordt neergezet is het natuurlijk weersafhankelijk. Met regen of brandende zon is het project (en de boeken) kwetsbaar. Daar hebben ze iets op gevonden. Voor regen hebben ze een soort grote capuchon om over de boekenkast te werpen. Bij zon hebben ze onder andere partytenten om de bezoekers onder te laten zitten, in de schaduw. Het gaat dan om het gemak van de lezers.

We werden allemaal zeer enthousiast van dit project. En wilden eigenlijk gelijk dat het geimporteerd zou worden. Of dat er zomaar van gaat komen, dat is nog de vraag. De boekenkasten zijn speciaal ontworpen en het is blijkbaar preciziewerk om de kasten te maken. Er zijn wel een aantal kasten naar buiten New York geëxporteerd, naar Seattle en naar Kazachstan. Maar dat vond de initiatiefnemer eigenlijk niet helemaal de bedoeling, om als een soort meubelleverancier te gaan fungeren. Hij denkt er over om van het ontwerp een soort open source project te maken.
Verder is het project is met vrijwilligers opgezet, en met alleen maar fondsen en particuliere schenkers. Zou dit dan toch kunnen onder de vleugels van een nederlandse bibliotheek? Of zijn wij te geinstitutionaliseerd? Daar hadden we toch zo nog even wat discussie in de groep.

Toch even wat gedachten hoe je dit in ons kikkerlandje kunt toepassen:
antikraak in leegstaande kantoorpanden in wijken waar de bibliotheek is verdwenen, of nooit is geweest;
op zomerse dagen op het strand, bij de recreatieplassen, op braderieen, jaarmarkten;
op (pop)festivals;
in wijken waar veel kinderen wonen die niet op vakantie kunnen;
in wijken waar veel ouderen wonen die te ver van een wijkbibliotheek af wonen.... en er is vast nog veel meer mogelijk.

En misschien moet je als bibliotheek tegen een klein groepje enthousiaste medewerkers zeggen: dit is de kast, dit is de vulling, je krijgt zoveel uur, je krijgt dit (minimale) budget. Go and have fun. Ga het regelen, ga jezelf verkopen, ga de boer op, het is een project dat je zo groot kunt maken als je zelf wilt, door vrijwilligers ze zoeken en te vinden, door extra fondsen te werven, door via crowdfunding geld op te halen.

Wat ik erg mooi vond om te horen van de initiatiefnemer is dat hij zo makkelijk weet te vertellen hoe belangrijk het is om te kunnen lezen, en hoe je dat moet laten zien in de openbare ruimte. Leren en lezen, en het plezier dat je daar aan kunt beleven.

dinsdag 11 juni 2013

Waar is wat we doen goed voor?

De afgelopen weken en komende tijd heb ik samen met mijn managementteamleden met enige regelmaat gesprekken met raadsfracties in onze vier gemeenten. Gewoon, om in aanloop naar de verkiezingen te praten over hoe zij aankijken tegen de bibliotheek en de toekomst van dit prachtige instituut. Natuurlijk zijn er gesprekken bij met min of meer gelijk gestemden, politici die de bibliotheek een warm hart toe dragen. Die nut en noodzaak van alles wat de bibliotheek doet in een breder kader zien. Er zijn ook gesprekken bij waarbij de bibliotheek wordt gezien als een instituut van gisteren, boekenuitleen, niet meer van deze tijd. Die ons beschouwen als een kostenpost, een vrijetijdsbesteding, burgers moeten zelfredzaam zijn, wie heeft jullie het mandaat gegeven om je met het onderwijs te bemoeien, waarom verhoog je je eigen inkomsten niet meer?

Als we dan beginnen te vertellen over onze mooie samenwerking met en dienstverlening aan het onderwijs op het gebied van leesbevordering "Is een taak van het onderwijs", mediawijsheid "Alles is te vinden op internet en je hoeft die jongelui niks meer bij te brengen op dat gebied", projecten en samenwerking rondom erfgoed "dat lijkt me meer iets voor het regionaal archief", samenwerking rondom groen en duurzaam "je trekt wel heel erg veel naar je toe", cursussen 7 dingen om ouderen meer internetvaardig te maken "dat kunnen ze toch aan hun kinderen vragen"...... ja dan... dan realiseer ik me dat er ook mensen zijn die zo naar de bibliotheek kijken. En dat wij daar nog heel wat aan uit te leggen hebben.

Toen schoot mij ineens weer die lezing te binnen die ik een tijdje geleden bijwoonde van Arjo Klamer. Waarin hij iets uitlegde over de 'andere economie'. Dat hoe we nu denken gebaseerd is op de denkbeelden van Keynes en Tinbergen. Keynes bepleitte dat overheid en markt samen moeten werken. Dat een overheid een belangrijke rol speelt in het stabiliseren van de markt (met name in tijden van crisis). Tinbergen geloofde dat je de economie in rekenkundige modellen kunt vatten. Dat je de overheid wel nodig hebt om de markt te reguleren, maar dan op basis van wetenschappelijk handelen. Op dit idee is ook het Sociaal Cultureel Planbureau ontstaan. Terwijl nu inmiddels meer en meer geaccepteerd wordt dat economie ook een sterke sociale, zo je wilt emotionele, factor heeft. Dat zien we nu heel goed in ons eigen land. Mensen geven geen geld meer uit, omdat men zich onzeker voelt. Niets rekenkundig aan, allemaal gevoel.
Economie-Loesje

Klamer legde vervolgens uit welke elementen een rol spelen in de economie: de sociale sfeer, de sociale logica, reciprociteit, relaties, groepen en de logica van afhankelijkheid. Het gaat te ver om dat allemaal uit te leggen, daarvoor moet je maar wat artikelen van Klamer lezen of wat boeken in onze bibliotheek lenen. Wat mij het meeste raakte in zijn verhaal is dat hij zei dat we op een nieuwe manier naar de economie moeten kijken, vanuit een kwalitatief oogpunt. In plaats van dat kwantiteit, altijd maar meer, het doel is, op zoek naar kwaliteit. Minder en beter. 'Het gaat er om' zei hij, 'om het goed na te streven, op sociaal, maatschappelijk, persoonlijk en transcendentaal vlak'.

En dan is het niet moeilijk om uit te leggen waar wat de bibliotheek doet goed voor is: voor iedereen, de mogelijkheid om je zelf te ontwikkelen, vrije toegang tot informatie, sociale cohesie bevorderend, kritisch na leren denken door informatie aan te reiken en te duiden en nooit als instituut op zich zelf maar midden in de maatschappij in samenwerking met die samenleving. Dat dit van ongelooflijk economisch en maatschappelijk nut is, dat is voor mij dan volstrekt duidelijk. Nu de rest van de wereld nog overtuigen ;-)

donderdag 6 juni 2013

Scholingsdag met en voor het basisonderwijs

Vorige week hielden wij een scholingsdag voor en met het basisonderwijs in Kennemerwaard. Niet voor alle scholen, per gemeente uit ons werkgebied waren een aantal scholen (directeuren, bestuurders, leerkrachten) uitgenodigd. En ook alle onderwijsambtenaren waren uitgenodigd. Verder hadden we onder andere Jan Plooij, landelijk projectleider van De Bibliotheek op School en Gerlien van Dalen van Stichting Lezen uitgenodigd. Van de bibliotheek waren de domeinspecialisten jeugd aanwezig, en een aantal medewerkers die al actief programma's op scholen draaien of op structurele basis ondersteuning bieden op scholen. En natuurlijk hadden we een sprankelende dagvoorzitter, Rick Koster, die de dag goed begeleidde.

Ons idee was om met vertegenwoordigers van het onderwijs in gesprek te raken over hoe de bibliotheek de school beter kan ondersteunen bij hun doelstelling. Natuurlijk denken wij dat we een mooi aanbod hebben voor scholen, maar we denken ook dat dit beter kan en dat we het nog onvoldoende voor het voetlicht weten te brengen. Dus hebben we in oze uitnodigingen ook heel duidelijk gesteld dat we van de scholen en de ambtenaren ook een actieve inbreng verwachten. Het was ook een studiedag voor ons.

We hebben eerst met de deelnemers gesproken over welke technologische, maatschappelijke, onderwijs- en bibliotheekontwikkelingen er zijn die ook iets betekenen voor de samenwerking tussen school en bibliotheek. Dat schreef iedereen op post-its. Daar kwamen al heel wat ideeen naar voren. En daarna hebben we in worldcafé opstellingen gediscussieerd over wat de dienstverlening van de bibliotheek aan de school zou kunnen betekenen als het om 'kritisch/actief burgerschap',  leesbevordering of 'wat is je wens' zou gaan. Ook daar kwamen heel wat goede ideeen uit naar voren.

Na de lunch hebben we workshops gehouden waarbij we als bibliotheek lieten zien, door de medewerkers zelf, wat we al kunnen en doen. De uitleg van de leesconsulent en de lessen mediawijsheid leverden enorm enthousiaste reacties op. Aan het eind van de dag vroeg onze dagvoorzitter aan een aantal mensen wat ze de dag er op zouden zeggen tegen collega's. Twee van de ambtenaren zeiden dat ze verrast waren en allerlei mogelijkheden zagen. Het mooiste antwoord was wel van een directeur die zei: "Volgende keer mag jij" waarmee ze bedoelde te zeggen dat ze de dag als een cadeau had ervaren. En dat vond ik wel het mooiste compliment. Wij hebben zo veel geleerd op die dag van de mensen uit het onderwijs, wij hebben ze allemaal een klein bedankje gegeven voor hun inzet en inbreng. En dat zij ons dan bedanken voor de studie(doe)dag.