vrijdag 2 december 2011

De toekomst van de bibliotheek, een droom

Bij de uitnodiging om een bijdrage te leveren aan de blogkermis Bibliofuture van Joost Heessels heb ik lang zitten twijfelen waaruit die zou bestaan. Nu heb ik kort geleden weer mijn halfjaarlijkse gastcollege gegeven aan de bibliotheekschool in Gent en kwam ik in mijn presentatie deze sheet tegen. Toen ik daar naar keek, dacht ik, ja daar kan ik wel een verhaal om heen bouwen over de toekomst van de bibliotheek. Waarbij ik op voorhand dank wil zeggen aan Albert Boswijk voor het leveren van dit raamwerk en zijn denkexercitie samen met bibliotheek Kennemerwaard.
Het schema gaat over de bibliotheek hoe hij nu in veel bibliotheken is en waar je naar toe zou moeten dromen ;-) Het beeld dat ik hieronder zal proberen te schetsen zal hier en daar wat kort door de bocht zijn, ‘for the sake of the argument’.



Uitleenbibliotheek:
Onderin de ‘oude’ bibliotheek, voor de opkomst van internet. De bibliotheek zit bovenop veel gegevens, data, en wij als bibliotheek hoeven maar te wachten tot mensen ons vinden. We hebben de materialen ontsloten, en als bibliothecaris ben je goed in het vinden van informatie uit je eigen collectie.

Dienstenbibliotheek:
De bibliotheek richt zich meer op dienstverlening, ze is een informatiemakelaar geworden. Mensen, instellingen met vragen kunnen bij de bibliotheek terecht, en daar zit een dienstverlener voor ze klaar om het antwoord te leveren.

Belevenisbibliotheek:
Je komt naar de bibliotheek omdat je iets wilt leren, je wilt jezelf ontwikkelen. De bibliothecaris weet precies wat aansluit bij je behoefte, zij/hij verrast je en verleidt je. Hij/zij geeft je het gevoel welkom te zijn, en je te kennen. Naast de collectie biedt de bibliotheek tal van lezingen en andere activiteiten aan waardoor je het bezoek aan de bibliotheek als een belevenis ervaart. Het is een uitje, een traktatie aan jezelf om naar de bibliotheek te gaan.

Ontmoetingsplek:
Met al die lezingen, activiteiten én kennis van de klanten weet de bibliothecaris mensen met elkaar in contact te brengen. De bibliotheek is de place to be geworden. Als je daar gezien wordt, dan tel je mee. Er is namelijk altijd wel iets te doen, er zijn interessante mensen die spreken, of daar vergaderen en iets samen voor bereiden. De bibliotheek brengt die mensen bij elkaar, en kent de kennis en potentie van haar klanten. Ze is bereid om hierin een voortrekkende rol te spelen, ze realiseert zich dat ze met haar positie als één van de laatste vrijplaatsen in de maatschappij een verantwoordelijkheid heeft om mensen bij elkaar te brengen.

Culturele vrijplaats:
Tja, eigenlijk is het nirvana ;-) Als bibliotheek ben je de verbinder, de spiegel, het geweten, de debater, de filosoof, de wijsgeer. Je weet wat er speelt in de wereld, je kent de problematiek om de hoek, je kent de schoonheid van de kunsten, je bent ingetapt op het creatieve netwerk in jouw stad of dorp, via via nodig je belangrijke denkers uit om rondom actuele thema’s voor vrijdenksessies. Waar in veel steden gesproken wordt over het realiseren van ‘broedplaatsen’ voor kunstenaars en creatieve industrie, wordt in jouw plaats gewezen naar de bibliotheek. Daar zijn de denkateliers waarin alle lagen van de bevolking zich thuis voelen. De professor, de ondernemers en arbeider treffen elkaar daar en hebben een inspirerend gesprek over de toekomst van de euro tot en met de opknapbeurt voor de kinderboerderij. In de bibliotheek als culturele vrijplaats wordt gediscussieerd, gefilosofeerd, gedaan, gedacht, gedroomd.

donderdag 1 december 2011

Businessmodellen en sponsoring

De afgelopen weken heb ik met enige regelmaat in het gezelschap van ondernemers verkeerd. Eén keer een avond om ondernemers op de hoogte te brengen van de mooie plannen die wij hier in Alkmaar hebben als culturele instellingen aan het Canadaplein. Wat willen we samen gaan doen, en welke ambitie heeft iedere instelling individueel. Een middag met maatschappelijk betrokken ondernemers waarbij ze een rondleiding kregen door onze prachtige vestiging in Heerhugowaard en een korte presentatie over mediawijsheid. En een avond waarbij de grote ondernemingen uit de regio groot Alkmaar aanwezig waren en ik er was om te netwerken en ‘ons’ verhaal te vertellen.

Wat mij tijdens al die bijeenkomsten op viel was dat er twee reacties (nou ja eigenlijk drie) de boventoon voerden. Reactie één van een ondernemer: wat is de bibliotheek verandert, hoe gaan jullie straks je businessmodel neer zetten als het e-book straks de overhand krijgt, en wat doen jullie veel, en als klap op de vuurpijl of de uitspraak “straks is er geen bibliotheek meer” of “ik moet er niet aan denken dat er geen bibliotheek meer is”. Reactie twee bij de uitleg van wat wij als bibliotheek allemaal doen op het gebied van leesbevordering en van mediawijsheid: dat vinden ondernemers in heel veel gevallen een overheids- dan wel onderwijstaak. Ze vinden dat vreselijk belangrijk, maar zijn niet van plan dergelijke activiteiten te ondersteunen met financiën. Dus de roep van politici en ambtenaren dat er meer gesponsord kan worden wordt hiermee stevig onderuit gehaald. Ze willen best iets sponsoren, maar dan niet iets wat zij als overheidstaak zien. Daar betalen ze al belasting voor.

De twee opmerkingen geven aan hoe er door de wereld van ondernemers naar de bibliotheek wordt gekeken. Zij denken in businessmodellen en de markt bewerken; en zij vinden lezen en kritisch burgerschap bevorderen een belangrijke overheidstaak. Daarvoor zouden zij best de barricaden op willen, even kort door de bocht, om te zorgen dat de bibliotheek die rol kan blijven vervullen. Want er zaten dus ook ondernemers bij die bij de presentatie over mediawijsheid waren geweest en mij een week later tijdens de regionale ondernemersavond aanspraken. Zij zeiden dat mijn presentatie iets bij hen had losgemaakt. Dat ze waren gaan nadenken of ze niet een cursus rondom mediawijsheid van de bibliotheek moesten gaan afnemen. Dat ze met de school waar hun kind op zat eens stevig in gesprek wilden want dat er volgens hen nergens protocollen waren en onvoldoende bewustzijn over de gevaren van internet.

Ik ben door de gesprekken er nog meer van overtuigd geraakt dat die rol van ontwikkelingsinstituut, plek om te leren, om leesplezier te ondervinden, als kennisinstituut zo je wilt op het gebied van leren en lezen, het wat en het hoe, de richting is waarin we verder moeten. Naast die plek voor ontmoeting en debat, de plek zonder waarden en normen, waar je elkaar treft en geïnspireerd vandaan gaat door wat je daar hebt opgestoken via een lezing, gesprek….. Die rol en die taak is geld waard, van de maatschappij, van onze leners, van scholen, van bedrijven.












(cartoonstock)

NB: afgelopen jaar zag ik tijdens mijn vakantie in de V.S. heel veel bordjes langs highways staan waarop je werd opgeroepen om een stuk weg te sponsoren. Vinden wij hier geloof ik ook echt een overheidstaak???